Gezalfd verzegeld en hebben de Heilige Geest als onderpand

In 2 Korinthe 1:21-22 zegt Gods Woord tot de gelovigen: “Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God; Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven”.
Wij zijn dus met de Heilige Geest gezalfd, verzegeld en hebben Hem als onderpand. In 1 Johannes 2:20 en 27 spreekt het Woord ook over onze zalving.
In Efeze 1:13-14 lezen we: “In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid”.
In het O.T., als God iemand tot een bepaalde taak riep, werd de betrokken persoon door een profeet of priester gezalfd. Onze Heiland is door God gezalfd met de Heilige Geest en met kracht (Handelingen 10:38). De Heer Zelf haalt de profetie uit Jesaja 61:1-2 omtrent Zijn persoon aan: “De Geest des Heren is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft” (Lukas 4:18).
Ook wij, kinderen Gods, zijn door Hem gezalfd met de Heilige Geest. Hoe belangrijk is het ons aan de leiding van Gods Geest toe te vertrouwen.
Wordt vervuld met de Geest, vermaant God ons in Efeze 5:18. Dat betekent, dat wij in ons hart en leven ruimte moeten maken voor de Geest. Alle hindernissen opruimen en ons geheel uitleveren aan onze Heer en Heiland, zodat Gods Geest in ons het nieuwe leven kan openbaren.
Wij zijn niet alleen gezalfd, maar ook verzegeld. God heeft Zijn eigendomsmerk op ons gezet. Nu kan geen macht in de hemel of op aarde ons meer van Hem scheiden. In Christus zijn wij voor eeuwig Zijn bezit, want wij zijn duur gekocht (1 Korinthe 6:20). Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest, wij zijn niet meer van onszelf (1 Korinthe 6:19).
De Geest is ook het onderpand van onze erfenis in Gods heerlijkheid. Deze erfenis zal ons deel zijn, als wij in dit leven door geloof het nieuwe leven beleven, geleid door Gods Geest. Dit nieuwe leven is: “Christus IN ons, de hoop der heerlijkheid” (Kolossensen 1:27).

Lezen: 2 Korinthe 1:20-22

Ga ik naar de Hemel?

Lees het onderstaande en kijk wat je moet doen om naar de hemel te gaan.

  • Gods wet en geboden gehoorzamen
  • Je best doen
  • een goed leven leiden
  • goede werken doen
  • het geven van geld (tienden) aan een kerk of geloofsgemeenschap
  • lidmaatschap van een kerk of bezoek aan een gemeente
  • gebeden
  • waterdoop
  • heilige communie geboren zijn uit Christelijke ouders
  • belijdenis doen
  • het tonen van berouw

Kijk nu hoe je hebt gescoord.

Uitleg: Als je een of meer van de bovengenoemde punten hebt aangevinkt, ben je voor de test gezakt. Het is niet nodig om je hierover slecht te voelen, de meeste mensen zakken. Zij zijn tot een bepaalde hoogte serieus, maar religies zijn niet meer dan menselijke pogingen om God t e bereiken.

Het echte antwoord op de vraag hoe u naar de hemel kan gaan wordt niet gevonden in een religieus systeem of in menselijke rechtvaardigheid. God heeft verklaard dat er “niet één rechtvaardig is, ook niet één… Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods:” (Romeinen 3:10,23).
Gods Woord leert ons verder dat de zonde een serieuze aangelegenheid is.
2 Thessalonicenzen 1:9 vertelt ons: “Zij zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aange­zicht des Heeren.” “En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs.” (Openba­ring 20:15)
Wat kunt u doen aan het probleem van de zonde? Kunt u uw leven beteren, goede werken doen en hopen dat aan het einde uw goede werken uw slechte werken zullen overtreffen? Nee! Behoudenis komt niet toe aan degenen die daarvoor werken, maar aan degenen die afstand nemen van hun eigen werk en hun vertrouwen stellen op de Here Jezus Christus en Zijn volbrachte werk aan het kruis. Romeinen 4:5 maakt dit punt overduidelijk: “Doch hem, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid” In Efeze 2:8,9, staat geschreven: “Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; Niet uit de werken, opdat niemand roeme.”
De kwestie is niet wat je kunt doen voor God, maar wat Hij al voor jou heeft gedaan. “Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren.” (Romeinen 5:8) “Want Hem, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaar­digheid Gods in Hem.” (II Korinthe 5:21) U bent niet rechtvaar­dig. Om het eeuwige leven te verkrijgen hebt u de rechtvaardig­heid van Christus nodig (zie Romeinen 3:26).
Wat is dan uw verantwoordelijkheid? God heeft je een vrije wil gegeven om aan te nemen of te weigeren wat Hij voor u heeft gedaan. Om Gods rechtvaar­digheid te ontvangen moet u geloven dat “Christus stierf voor onze (uw) zonden naar de Schriften; en dat Hij is begraven en dat Hij is opgestaan op de derde dag naar de Schriften;” (I Korinthe 15:3,4). Uw antwoord op het evangelie behoort te zijn wat geschreven staat in de brief aan de Efeziërs: “In Wie ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Wie gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte.” (Efeze 1:13) Dit zegel is een garantie dat uw behoudenis eeuwigdurend is. U kunt het niet verliezen (zie Efeze 1:14, 4:30, II Korinthe 1:22).
Als je door Gods Woord overtuigd bent, dat je op dit moment gered kunt worden, dan kan je bijvoorbeeld bidden: “Hemelse Vader, Ik vertrouw U nu. Ik weet dat ik een zondaar ben. Ik geloof dat Christus voor mijn zonden gestorven is en opgestaan is voor mijn rechtvaardigmaking. Dank U dat u mij het eeuwige leven geeft door mijn Redder, de Here Jezus Christus. Amen.”